Brieven van Jan Mankes

Opzet omslag brieven Mankes

RKD-collega Jan de Lange transcribeerde, annoteerde en onderzocht jarenlang in de kamer naast mij de correspondentie tussen kunstenaar Jan Mankes en zijn mecenas Pauwels. Werk om jaloers op te zijn! Gisteren werd zijn onderzoek gepresenteerd in de vorm van een prachtige RKDbronnenuitgave. Een schat van informatie voor onderzoekers van deze interessante periode 1910-1920.

Jan Mankes (1889-1920) was een bevlogen kunstenaar met een levendige, intense aandacht voor de natuur. Zijn brieven aan Aloysius Pauwels, een Haags sigarenfabrikant die hem als beginnend kunstenaar steunde, staan er vol van. Mankes’ belevenissen en waarnemingen op het Friese platteland, in de Knijpe bij Heerenveen, en later in Den Haag en Eerbeek, zijn nauwgezet te volgen. Mankes vond zijn inspiratie in zijn directe omgeving: stillevens in de ouderlijke woning, pluimvee, konijntjes, muisjes en roofvogels in het Oranjewoud. Zowel het tedere als het fiere en sterke van die natuur trok zijn aandacht: ‘alles één idylle’.

Het RKD beheert de belangrijkste kern van Mankes’ schriftelijke nalatenschap, waaronder zijn persoonlijke correspondentie aan zijn vriendin en latere echtgenote Annie Mankes-Zernike. Er bleef in Nederland geen andere omvangrijke kunstenaarscorrespondentie uit die jaren van dit niveau bewaard. De brieven documenteren een periode waarin nieuwe en meer moderne kunstopvattingen doorbreken en waarop ook Jan Mankes reageerde. Het betreft bovendien een tijdspanne waarin, mede door de omstandigheden van de Eerste Wereldoorlog, in Nederland in kunstverenigingen en in de kunsthandel nieuwe initiatieven tot ontwikkeling kwamen. In deze uitzonderlijke brievenuitgave is te lezen hoe Jan Mankes, die reeds op 30-jarige leeftijd aan tuberculose overleed, zijn kunstenaarsblik en werkwijze vormde.

Jan de Lange, Jan Mankes, een kunstenaarsleven in brieven 1910-1920, ‘Ik probeerde mooie dingen te maken in allen eenvoud’,  Zwolle (Waanders)/Den Haag (RKD) 2013. 

Nieuwe aanwinst

VdWPPaketvaartmaatschappij
Gust van de Wall Perné, omslag voor: J.F. van Bemmelen en G.B. Hooyer, J.F. Niermeijer (herzien door), Reisgids voor Nederlandsch-Indië, Amsterdam (J.H. de Bussy) 1906.

Af en toe vind ik een boekband naar ontwerp van Gust van de Wall Perné die nog niet in mijn boekenkast staat. Bovenstaand pareltje is de nieuwste aanwinst! Een bijzonder exemplaar, omdat de meeste van Van de Wall Perné’s banden vormgegeven zijn in een decoratief lijnenpartroon, geheel in de stijl van de Nieuwe Kunst. Dit is daarentegen eerder een illustratie. Een variatie van deze tekening werd door Van de Wall Perné eveneens gebruikt in het Huldeblijkalbum voor het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik namens de ingezetenen van Banda, uit 1901, een van zijn eerste opdrachten voor J.H. de Bussy. •

 

Max Kisman: tekeningen als popliedjes

2011_0624_VK_Cultuur_17
Max Kisman, illustration for an essay on the future of Dutch arts and culture. De Volkskrant 2011.
Source: De Volkskrant/Betoog. 2011 [via Illustrationdaily.com]
‘Een tekening moet een goed begin en goed einde hebben. Daartussen kan alles. Mijn tekeningen zijn popliedjes. De kleur is het refrein…’ aldus een tweet die ontwerper/typograaf/illustrator Max Kisman deze week de wereld in stuurde. Ik hoorde hem vorig jaar spreken op de Illustratie Biënnale en zie zijn werk regelmatig voorbij komen op het mooie (volgenswaardige!) platform Illustration Daily.

Kisman is van mening dat je terug moet gaan naar de essentie van tekst en beeld. Zijn tekeningen stralen dan ook een soort ‘oergevoel’ uit. Ze zijn helder, dynamisch (soms zelfs swingend) met een boodschap zo klaar als een klontje. ‘Tekens’ worden ze ook wel genoemd, zijn beelden, en dat is een goede vergelijking. Zijn silhouetten zijn direct herkenbaar als ‘Kismaniaans’.

Meer weten over deze man die al 35 jaar met succes mooie dingen maakt? Er verscheen laatst een uitgebreid interview met hem in het blad DZONE. Of kijk eens op de website van Max Kisman en zijn Kismanstudio.•

 

Vincent is back deel II: Land van het Licht

KM_101_508
Vincent van Gogh (1853-1890), De tuin van de inrichting in Saint-Rèmy, mei 1889, olieverf op doek, collectie Kröller-Müller Museum Otterlo, KM 101.508.

In Vincent is back staat de omvangrijke Van Gogh-verzameling van het Kröller-Müller Museum sinds jaren weer centraal. Vincent is back vertelt het verhaal van Van Gogh in twee delen. In deel 1, Geboortegrond (tot en met 1 april 2013) lag de nadruk op Van Goghs Hollandse periode (1881-1886). In deel 2, Land van het licht , verschuift het accent naar de werken in zijn Franse tijd (1886-1890), als de kunstenaar tot volle wasdom komt. Land van het licht is te zien van 6 april tot en met 22 september 2013.

Van Goghs Franse tijd

Van Gogh gaat aanvankelijk naar Parijs en vestigt zich daarna in de Provence en uiteindelijk in Auvers-sur-Oise. Onder invloed van het zuidelijke licht en van tijdgenoten als Emile Bernard, Paul Gauguin en Paul Signac gaat hij over op een ander, kleurrijker en lichter palet. De nog donkere, aan de Haagse School herinnerende kleuren van het schilderij Bokkingen uit het begin van zijn Parijse periode maken plaats voor lichtere beelden van de stad Parijs zoals in La Butte Montmartre en Moulin de la Galette, en voor stillevens als Bloemen in blauwe vaas en Mand met appels. Tijdens zijn verblijf in Zuid-Frankrijk ontstaan de schilderijen met de typerende felle gele en blauwe tinten, zoals Korenschelven in de Provence, De tuin van de inrichting in Saint-Rémy en het wereldberoemde Caféterras bij nacht (Place du Forum).

Naast schilderijen wordt ook een tiental tekeningen getoond. Vanwege hun lichtgevoeligheid zijn deze maar zelden te zien. De presentatie is thematisch opgezet en wordt toegelicht door teksten met onder meer briefcitaten van Van Gogh.

Bijzondere collectiegeschiedenis

In Vincent is back wordt ook ingegaan op de bijzondere collectiegeschiedenis van het Kröller-Müller Museum. Mede op advies van kunstpedagoog en persoonlijk adviseur H.P. Bremmer kopen Anton en Helene Kröller-Müller tussen 1908 en 1929, met vrijwel onbeperkt budget, 91 schilderijen en 180 werken op papier van Van Gogh. Dankzij hen heeft het museum de op één na grootste Van Gogh-collectie ter wereld. Te zien is onder meer wat de eerste aankoop van het echtpaar is, wat de duurste en in welke jaren het meest wordt gekocht.

Na Vincent is back houdt de Van Gogh-collectie in wisselende samenstelling een prominente plaats in de collectiepresentatie.

 

Tekst en samenstelling Vincent is back: Annemiek Rens, RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie), Den Haag.

Vormgeving: Edenspiekermann, Amsterdam.

De vloerbedekking is gesponsord door Forbo Flooring.

Barbara Stok & Vincent

vicent_stok_zonnebloemen
Tekening uit: Barbara Stok, Vincent, Amsterdam 2012.

Dit weekend las ik Barbara Stok’s stripboek Vincent. Stok’s verhaal van Vincent begint op het station in Parijs, waar hij afscheid neemt van Theo om zijn schildersgeluk te gaan beproeven in Arles, en eindigt met een drietal openspread’s waarin we Vincent langzaam en al schilderend één zien worden met zijn bekende korenveld met kraaien. Tussen dat alles in volgen we Van Gogh tijdens alle episodes uit zijn bewogen leven in Arles, de kliniek in Saint-Remy en Auvers-sur-Oise. Stok weet dit verhaal weer te geven in heldere lijnen en met sfeerbeelden in de kleuren van Van Goghs schilderijen. Haar teksten zijn bijzonder treffend in hun eenvoud en slaan de spijker op z’n kop. Een kennismaking voor iedereen die Vincent nog niet kende, maar ook voor iedereen die hem al wel kent.

Zaterdag 16 maart gaan we met zo’n honderd(!) mensen uit Van Goghs geboortedorp Zundert naar de tentoonstelling Vincent is Back die ik samenstelde voor Kröller Müller Museum. Veel van deze mensen werken nu ook keihard aan een reconstructie van de tuin uit Vincents jeugd achter het Van GoghHuis, ik kijk uit naar het resultaat dat op 30 maart gepresenteerd wordt. Tot zaterdag!

Website Barbara Stok

Mondriaan.nl

Schilderspalet van Piet Mondriaan, 1944. Collectie RKD Den Haag, Archief Piet Mondriaan
Schilderspalet van Piet Mondriaan, New York 1944. Collectie RKD Den Haag, Archief Piet Mondriaan

Morgen, op de geboortedag van Piet Mondriaan, wordt een website over de kunstenaar gelanceerd. Een samenwerkingsproject van RKD en Gemeentemuseum die samen over de grootste Mondriaancollectie schilderijen en documentatie ter wereld beschikken. Daar kan nu iedereen van meegenieten, bijvoorbeeld via deze prachtige foto van het schilderspalet van de kunstenaar. Gefotografeerd in zijn atelier te New York, en misschien schilderde hij met deze kwasten en deze verf wel zijn laatste meesterwerk Victory Boogie Woogie?

Neem vanaf 7 maart (of stiekem vandaag al) een kijkje op www.mondriaan.nl

(In)Visible

Joost Bakker, (under the) square, 42 x 32 cm (incl. lijst), potlood op papier
Joost Bakker, (under the) square, 42 x 32 cm (incl. lijst), potlood op papier

(In)Visible | Drawings is de titel van een tentoonstelling die momenteel in Galerie Pien Rademakers op het Amsterdamse KNSM-eiland te zien is. Curator Cathelijne Dapiran bracht werk van zeven hedendaagse tekenaars samen in wiens werk de tegenstelling zichtbaar/onzichtbaar een rol speelt. Denk aan grootse landschappen of filmsets waarin elke menselijke aanwezigheid ontbreekt en de vreemde spanning die daardoor teweeg gebracht wordt, of aan tekeningen die slechts in enkele lijnen een beeld oproepen.

Van het laatste is het werk van Joost Bakker (1977) een voorbeeld. Joost maakt ‘levende tekeningen’: schijnbaar eindeloze handgetekende animaties die balanceren op de grens van tekening en film. De in de galerie gepresenteerde tekeningen bewegen niet, maar ook wanneer je Bakker’s animaties niet eerder hebt gezien, kost het je weinig moeite de figuurtjes in bijvoorbeeld bovenstaande (under the) square te zien rondwandelen. Dat slechts een paar lijnen dit voor elkaar krijgen is bijzonder, evenals het architecturale effect dat de tekenaar in veel van zijn tekeningen weet te verkrijgen. Het werk van Joost Bakker dat ook wel ‘een ode aan de zuivere handgetekende lijn’ is genoemd, blijft boeien. Het is de moeite waard om zijn werk en dat van de andere tekenaars van de expositie (In)Visible | Drawings te gaan bekijken, en dat kan nog t/m 3 maart.

www.galeriepienrademakers.nl

www.joostbakker.info

Portret in portret

Portret miss Alma Tadema
Laurens Alma Tadema
Miss Anna Alma Tadema, 8 februari 1883
Olieverf op doek, 113 x 78,5 cm
Londen, Royal Academy of Arts, inv.nr. 03/908

‘(…) if I were to order the portrait of somebody dear to me, I should certainly like to have that person painted surrounded by accessories which awakened in my memory (say) a pleasant meeting, or pleasant hours’ schreef de Fries-Britse kunstenaar Laurens Alma Tadema (1836-1912) eens over zijn portretschilderijen.[1] Voor hem waren model en persoonlijke omgeving onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zijn jongste dochter Anna schilderde hij dan ook in huiselijke kring.

De kunstenaar legt een diepere lading in het werk in de vorm van twee portretjes in medaillon op de achterliggende paneeldeur. Ze tonen hemzelf en zijn vrouw Laura Epps en profil met de gezichten naar elkaar gericht. Deze geschilderde ornamenten waren werkelijk aanwezig in Alma Tadema’s atelierwoning Townshend, waar hij van 1870 tot 1886 met zijn gezin woonde. De kunstenaar hield ervan het huis een persoonlijke stempel te geven en had de excentrieke inrichting zelf samengesteld.[2]

Portret in portret

Dit schilderij met daarin een ‘portret in een portret’ behoort tot een bijzondere selectie werken met dit thema die momenteel in het Dordrechts Museum tentoongesteld worden. De expositie is een samenwerking tussen het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) en het museum, ter ere van het pensioen van RKD-directeur Rudi Ekkart, specialist in de portretkunst. De bijbehorende catalogus biedt een overzicht van bijna vijf eeuwen portretkunst. Ik schreef o.a. over bovenstaand werk van Alma Tadema.

Meer informatie: www.dordrechtsmuseum.nl

[1] Citaat van Alma Tadema in: P. Cross Standing, Sir Lawrence Alma-Tadema, Londen 1905, pp. 122-123.

[2] Passage uit: Annemiek Rens, ‘Portret van Anna Alma Tadema’, in: Sabine Craft-Giepmans en Annette de Vries, Portret in portret in de Nederlandse kunst 1550-2012, Bussum/Den Haag (Thoth/RKD) 2012. pp. 250-251.

Vincent is back!

Vincentisbackvolkskrant

De afgelopen maanden werkte ik aan de nieuwe Van Gogh-collectiepresentatie van het Kröller-Müller Museum. De tentoonstelling bestaat uit twee delen. Vandaag wordt deel 1: Geboortegrond geopend.

Vincent is back

Door wisselende collectiepresentaties zijn tijdelijk minder schilderijen van Van Gogh te zien geweest. Maar met Vincent is back zijn ze weer prominent aanwezig op hun vertrouwde plek in het hart van het museum. De presentatie is vernieuwd. Vincent is back bestaat uit twee delen: Geboortegrond en Land van het licht.

Geboortegrond gaat over Van Goghs Hollandse periode (1881-1886), waarin hij als beginnend kunstenaar het boerenleven schildert. In deze eerste presentatie, die te zien is tot en met 1 april 2013, ligt de nadruk op Van Goghs Geboortegrond, met de donkere, aardse schilderijen en de tekeningen die hij in zijn begintijd maakt. Vanwege hun lichtgevoeligheid worden deze tekeningen maar zelden getoond.

Van 7 april tot en met 22 september 2013 volgt de tweede presentatie, Land van het licht (1886-1890), waarin te zien is hoe Van Gogh in zijn Franse periode zijn eigen stijl verder ontwikkelt, met een expressieve penseelstreek en veel kleur.

Bijzondere collectie

In de verzameling van Anton en Helene Kröller-Müller, de stichters van het museum, neemt het werk van Van Gogh een bijzondere plaats in. Dankzij hen heeft het museum de op één na grootste Van Gogh-collectie ter wereld. Tussen 1908 en 1929 kopen zij maar liefst 91 schilderijen en 180 werken op papier (de tekeningen op de achterzijde van 18 bladen meegerekend). Hun budget is vrijwel onbeperkt. Vincent van Gogh is aan het begin van de 20ste eeuw slechts in kleine kring bekend. De grote aandacht van het echtpaar Kröller-Müller voor hem heeft sterk bijgedragen aan de waardering die zijn werk nu geniet.

De Volkskrant publiceerde een mooie fotoreportage van de tentoonstelling Vincent is back op haar website. Overige info: www.kmm.nl.

 

Verbondenheid

Choi Wong, ‘Petranella’, 2012, Garen, gevonden fotografie, 7,5 x 11.3 cm

Choi Wong (Hong Kong, 1981) onderzoekt in haar kunst mensen en hun verbondenheid. Deze onderlinge verwantschap is een steeds terugkerend thema. Wongs kunstwerken zijn sterk autobiografisch en vinden hun oorsprong in een verleden van eenzaamheid en uitzondering. De kunstenares creëert als het ware haar eigen gevonden familie en doet dat door bijvoorbeeld kinderfoto’s van haarzelf toe te voegen aan anonieme gezinsportretten in Choi (2007). De verbondenheid wordt telkens tot stand gebracht door middel van garen en borduursels. Ze verwezenlijkt met deze draden een lijnenspel dat onderlinge relaties aanscherpt of daar juist vraagtekens bij zet. Of die verbinding daadwerkelijk bestaat is niet bekend, want met het ware verhaal wordt geen rekening gehouden. Wong kijkt van bovenaf toe en probeert het grotere geheel te doorgronden. Een belangrijke rol is daarin weggelegd voor de levensloop. We zien kinderfoto’s waarin broertjes en zusjes verweven zijn door een draadstructuur in Between #2 (2011) of een bruidspaar dat gescheiden van elkaar verder leeft in twee aparte halskettingen met de titel Till death do us part (2011) en een Slinger des levens (2011) opgehangen bij een begraafplaats.

Door het onderzoeken en vastleggen van verbindingen wil Choi Wong tot de essentie van de dingen komen en een eigen plek verkrijgen in een wereld waar ze tegelijkertijd weinig van begrijpt. Ze stelt daarbij vragen over de reden waarom mensen binden en weer loslaten. Dit wordt sterk gevisualiseerd in Between #1 (2010) waar twee fragiel geweven handschoenen met elkaar verstrengeld zijn door middel van draden: een object over twijfel. Of in de reeksen groepsfoto’s onder de titel Social Theory #1 (2012) die bekleed zijn met borduursels en een veronderstelde relatie tussen de verschillende personen tot stand brengen.

Maar haar vragen gaan ook over macht en onmacht en over dominantie en onderdanigheid. Vanuit deze artistieke invalshoek intrigeert de wereld van de Japanse bondage (‘Kinbaku’) haar sinds kort: Wong wil letterlijk mensen met elkaar verbinden in performances en 3D-installaties. Psyche en menselijke emotie gaan daarin een dialoog aan met onderlinge interactie en worden zichtbaar gemaakt door patronen en knopen in draad. Met deze invalshoek wil Wong haar onderzoek een nieuwe weg in laten slaan en haar eigen handschrift verder ontwikkelen. Ook wil ze zich verschillende ambachtelijke technieken van verbinden eigen maken: draad maken, knopen, macramé en weeftechnieken. Oude foto’s blijven een basis waarin deze nieuwe technieken toegepast zullen worden om Wong’s verhaal te ondersteunen: een verhaal waarin wij allemaal alleen zijn maar juist daardoor tegelijkertijd ook allemaal met elkaar verbonden.

www.choiwong.nl

Bovenstaand mission statement schreef ik voor Choi Wong, juni 2012

Meer illustratie inspiratie

Sinds een jaar verdiep ik me in de geschiedenis van de Nederlandse boekillustratie, maar ook de hedendaagse illustratiewereld biedt volop inspiratie. Niet alleen de gevestigde namen, maar juist de jonge illustratoren. Zo leerde ik het werk van Agnes Loonstra kennen, die een toepasselijke en dynamische illustratie voor de VNK maakte bij het artikel ‘Stoelendans der Museumdirecteuren’ in het vorige bulletin.

Een veelzijdig illustratrice, die Agnes, want zij is eveneens afgestudeerd aan het conservatorium in de richting ‘zang’ en wil in haar werk paralellen leggen tussen beide disciplines. Dat doet ze onder andere door live projecties en animaties. En hoewel ze nog volop bezig is met haar studie aan de academie in Den Bosch, hebben de passagiers van de KLM de afgelopen zomer hun broodjes gegeten uit een door haar ontworpen verpakking, en worden haar illustraties met regelmaat gepubliceerd op o.a. het digitale platform Lucy, en verschenen ze in De Pers en in Het Parool.

In een van haar huidige projecten ‘Juf, mag ik kunst maken?’ maakte ze elke week een illustratie bij een quote van kinderen uit een basisschool-klas, zoals ‘Een slak is altijd thuis toch?’. En voor de academie maakte ze een serie over Catharina II de Grote waarbij ze de eenzaamheid van deze ‘grande dame’, ten midden van haar grote paleis, kunstcollectie en roerige liefdesleven in beeld brengt. De illustraties gaan over verlatenheid en vluchtige ontmoetingen.

Leuk om eens op haar website te kijken! www.agnesloonstra.nl

Wat is het belang van kunstgeschiedenis?

Wat is het belang van kunstgeschiedenis?

Dat is het thema van de Najaarsdag die de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici op 19 november organiseert in het Haags Historisch Museum. Kunst en cultuur staan onder grote druk in deze tijd en krijgen maar matig steun vanuit de samenleving. Men kijkt in de eerste plaats naar het financiële aspect, en ja, inderdaad, kunst is geen vetpot waar enorme winst wordt geboekt. En hoewel het een goede ontwikkeling is dat kunst- en cultuurinstellingen uitgedaagd worden om hun inkomsten te vergroten, is het gewoon niet realistisch om te verwachten dat zij zichzelf volledig kunnen bedruipen. Het gaat hier om hele andere zaken dan geld.

Prachtige initiatieven zoals het Van GoghHuis Zundert moeten zichzelf keer op keer bewijzen, zelfs (of zeker) onder inwoners van Van Goghs geboortedorp. Die hebben liever een extra zwembad erbij. Zien zij dan niet in wat de toegevoegde waarde van een museum op de geboortegrond van een van werelds beroemdste kunstenaars is? Dat is een stukje heel bijzonder cultureel erfgoed, een klompje goud, dat zij daar in handen hebben.

Juist dát is de meerwaarde van kunst en cultuur. Een gezamenlijk verleden dat bewaard moet worden, maar ook iets moois om naar te kijken en van te genieten, over te discussiëren. En kijken naar kunst leert ook anders kijken naar de dingen om je heen. Niet alleen voor een advocaat, maar net zo goed voor een boomkweker. Deze toegevoegde waarde is niet direct meetbaar en wordt daarom niet door iedereen gezien. Maar dat hij er is, is iets wat zeker is. Ik zie het als de taak van de kunsthistoricus om deze kennismaking met kunst en het belang daarvan te laten zien.

Lezing Buissche Heide

Kleine paden slingren over de heide

En komen aan op de hutten der armen:

Zij zijn de eenigen die zich erbarmen

Over ’t verlatene van wie hier lijden.

 

De hutten en de paden scheemren heen,

Na deze komt weer een andere heide

Menschen sterven na ’t vreugdloos leven-lijden

Andre aanvaarden ’t en alles blijft een.

 

Heide verliest zich in de zee; de zee

Verliest zich in de lucht; en in de wijde

Kringen van menschelijke last en lijden

De doffe ellend’ van deze armzaalge stee.

Henriette Roland Holst, 1903

Morgenavond geef ik een lezing over Richard en Henriette Roland Holst en het Boek van de Buissche Heide. Meer info hier.

Joost Swarte

Joost Swarte – De toekomst van Piet Mondriaan – 1984

Het is al bekend gemaakt: zaterdag aanstaande ontvangt Joost Swarte de Marten Toonderprijs 2012 voor zijn gehele oeuvre. De uitreiking vindt plaats tijdens de KunstStripBeurs die dit jaar in Breda gehouden wordt. Deze alleskunner op illustratie-gebied mag regelmatig zijn werk laten zien in tijdschriften als The New Yorker, is architect van de Toneelschuur in Haarlem (waar ik hem hoorde spreken tijdens de Illustratie Biennale afgelopen juni), ontwierp zijn eigen bril en wat allemaal nog wel niet meer. Ik stofte een oud nummer van Kunstschrift af om dat nog eens te bekijken; april/mei 2009 werd namelijk speciaal aan Swarte opgedragen. Tijdens een college Kunst en Illustratie aan de UvA waarbij ik assisteer, kwam de onvermijdelijke vraag op: wanneer is iets strip en wanneer illustratie? Vaak is die grens heel diffuus, ook bij illustratie en andere disciplines (zoals kunst). In het geval van Joost Swarte is die scheiding zeker niet te maken. Hij werkt discipline-overschrijdend als illustrator, striptekenaar, kunstenaar, architect en vormgever tegelijk. En dat is erg verfrissend. Ik feliciteer Swarte alvast van harte met zijn terecht gewonnen prijs!

N.B. Bij dit stukje vond ik een geweldig leuke tekening van Joost Swarte met Piet Mondriaan in de hoofdrol. Hij maakte een soortgelijke van van Le Corbusier en Lombroso: zie hier.

Website Joost Swarte

Harmen Meurs & Van Gogh

Harmen Meurs, ‘Meisje voor de zaaier van Vincent van Gogh’, z.j., Olieverf en acryl op doek, 56 x 48 cm, Collectie Galerie Frank Welkenhuysen

Dit keer een plaatje zonder praatje van een werk dat ik op internet tegenkwam (hij is te koop!) en wilde delen.

Droom en Daad

Richard Roland Holst, ‘Portret van Henriette Roland Holst in een tuin te Noordwijk’, 1893, zwart en gekleurd krijt op papier, 357 x 261 mm, Collectie Rijksmuseum Amsterdam (inv.nr. RP-T-1979-61, Legaat Richard Roland Holst, 31-12-1938)

Afgelopen vrijdag was ik te gast op de voorpremière van ‘Droom en Daad: het zoeken van Henriette Roland Holst (1869-1952)’, een film van Annette Apon. De locatie was geheel toepasselijk het landgoed de Buisse Heide te Zundert, waar de dichteres en politica haar buitenverblijf had. In een weiland tussen de Angorahoeve (waar zij werkte) en het schildersatelier van echtgenoot Rik Roland Holst, keken wij in de stromende regen op een groot scherm naar een bijzondere film. Op de plek waar zij haar inspiratie vond en via het naastgelegen ‘koffiepaadje’ verbonden was met haar Rik. Omdat er geen bewegend beeld is van Henriette, koos Apon voor foto’s, historische en associatieve filmbeelden die samengingen met gesproken gedichten en autobiografische verhalen van Roland Holst.

De film zal later dit jaar nog op verschillende plekken vertoond worden en is een initiatief van het Van GoghHuis Zundert voor het Roland Holst-jaar.

Meer informatie: www.vangoghhuis.com

29 juli 1890

Vincent van Gogh, ca. 1866. Fotograaf: B. Schwarz, Brussel. Collectie Van Gogh Museum Amsterdam.

Het is vandaag 122 jaar geleden dat Vincent van Gogh stierf. Hoe dat precies gebeurde, weet niemand. Verwondde hij zichzelf per ongeluk of expres met een pistool, of waren er hele andere zaken aan de gang? Wanneer je het laatste hoofdstuk van Naefeh en Smith’s biografie leest, sta je al helemaal voor een raadsel.

Ik denk vandaag liever aan de geboortedag van Vincent in het Brabantse plaatsje Zundert, waar men hem nog steeds als ereburger op een voetstuk plaatst. Op deze jeugdfoto uit een album van broer Theo is hij waarschijnlijk 13 jaar. Het is een van de weinige foto’s die nog overgebleven zijn van de kunstenaar, waarvan ik het origineel nog niet eerder gezien had. De website ‘het Geheugen van Nederland’ biedt uitkomst, want daar is deze gekoesterde ‘carte-de-visite’ uit de collectie van het Van Gogh Museum in zijn geheel digitaal te aanschouwen, voor- en achterzijde. Zie hier.

De biografie met dat beruchte laatste hoofdstuk: Steven Naifeh en Gregory White Smith, Vincent van Gogh: De biografie, Amsterdam (Uitgeverij Bert Bakker) 2011 [Nederlandse editie].

Naar zee

Gust van de Wall Perné, Psyche (drieluik) (detail), 1911, Olieverf op paneel, particuliere collectie

Ik reis deze zomer af naar Haarlem, want Museum De Hallen toont bovenstaand drieluik in haar tentoonstelling ‘Naar zee’. Centraal staat in de expositie ‘De zee in de Nederlandse kunst vanaf 1850’ en hoewel je jezelf daar misschien niet meteen al teveel bij voorstelt, is er werk te zien van grote namen als Hendrik Mesdag, Jan Sluijters, Jan Toorop, Edgar Fernhout, Co Westerik en Rineke Dijkstra.

In mijn geval is natuurlijk de naam Gust van de Wall Perné (1877-1911)  al voldoende om een kijkje te gaan nemen. Zeker als het gaat om zijn drieluik Psyche, dat helaas wegens restauratie vorig jaar niet beschikbaar was voor de tentoonstelling in CODA. We lieten daar wel een voorstudie zien, en volgens vermoedens van kunsthistoricus Carel Blotkamp was het nu juist deze studie die Mondriaan op de Sint Lucas-tentoonstelling van 1909 zag en waardoor hij geïnspireerd werd voor zijn eigen beroemde drieluik Evolutie (1911). Er zit dus een bijzonder verhaal achter deze triptiek van Van de Wall Perné.

Meer lezen?

Over Gust van de Wall Perné en het drieluik Psyche: o.a. Carel Blotkamp, Triptieken in Stijl, Amsterdam 1984 en Annemiek Rens, Gust van de Wall Perné. Nieuwe Kunst rond 1900, Apeldoorn (CODA Museum) 2011.

Over de tentoonstelling: website De Hallen

N.B.: Afbeelding afkomstig uit de bijbehorende tentoonstellingscatalogus: (ISBN/EAN 978-94-90198-11-4)

Vincent van Gogh in Brabant

Vincent van Gogh, ‘Zaaier’, september-oktober 1881, houtskool en zwart krijt op vergé papier, 55,9 x 33,2 cm. Collectie Kröller-Müller Museum Otterlo

In het Brabants Historisch Informatiecentrum in Den Bosch vonden onderzoekers van het Van Gogh Museum een onbekende Van Gogh-brief uit 1872. De brief zal deze zomer een rondreis door Vincents geboorteprovincie maken en doet achtereenvolgens Etten-Leur, Tilburg, Zundert en Nuenen aan.

Alle reden om hier één van Van Gogh’s werken uit deze provincie (waar ik zelf ook opgroeide) te laten zien. Ik koos voor een studie van een zaaier die hij in Etten tekende. De kunstenaar die zelf eens aangaf ‘zaaier des woords’ te willen worden, paste dit motief vele malen toe in zijn werk. De zaaier was dankzij Millet uitgegroeid tot een icoon van het zware landleven en stond volgens Van Gogh symbool voor het eeuwige. Deze studie is een aanzet tot werken die de beroemde kunstenaar later zou maken en die nog steeds inspireren.

Meer weten?

Over de brief: Website Van Gogh Brabant

Over deze tekening: Teio Meedendorp, Tekeningen en grafiek van Vincent van Gogh in de collectie van het Kröller-Müller Museum, Nijmegen 2007, pp. 55- 60.

Over ‘de zaaier’ en Van Gogh in Etten: Rebecca Nelemans, Ron Dirven, De Zaaier, Het begin van een carrière, Vincent van Gogh in Etten, Breda 2010.

Schilder van het mysterie

William Degouve de Nuncques, De zwarte zwaan, 1895. Pastelkrijt op karton. Collectie Kröller-Müller Museum Otterlo

Zijn landschappen zijn dromerig en verstild: de Belgische kunstenaar William Degouve de Nuncques (1867-1935) is een echte symbolist die zich niet alleen liet inspireren door de natuur en het mystieke, maar ook door de literatuur. Hij correspondeerde met onze eigen Jan Toorop en was één van de lievelingen van Helene Kröller-Müller. Degouve de Nuncques is één van die kunstenaars waar je als liefhebber van de periode rond 1900 al langer een overzichtstentoonstelling van zou willen zien. En dat kan deze zomer in het Kröller-Müller Museum: meer info hier.

Sporen van Smaragd

Gust van de Wall Perné, omslag voor: T.J. Bezemer, Javaansche fabelen, Amsterdam (Cohen Zonen) z.j. [ca. 1903]
Deze week viel het magazine Smaragd op de mat: een ‘erfgoedglossy’ die volledig in het teken staat van het Indisch erfgoed in Den Haag. Met artikelen over de woonhuizen van kunstenaars en auteurs (denk natuurlijk aan Jan Toorop, maar ook minder bekende personen komen aan bod), de Indische eetcultuur in de stad en gebouwen ontworpen door Indische architecten. Voor ieder wat wils!

Ik dook voor deze gelegenheid even mijn boekenkast in op zoek naar deze prachtige bundel Javaansche en Maleische fabelen en legenden met omslag door Gust van de Wall Perné (1877-1911). Deze veelzijdige kunstenaar was getrouwd met textielkunstenares Eugénie van Vooren (1873-1958): dochter van een kapitein in Nederlands-Indië en een moeder die er geboren was. Zij zelf trouwens ook. De invloed uit haar geboorteland zien we sterk terug in de boekbanden van Van de Wall Perné. Hij had Indische sierkunstenaars aan het werk gezien en met hen gesproken en dat had hem duidelijk geïnspireerd.

Het blad Smaragd verschijnt eenmalig gedurende de Tong Tong Fair die momenteel in het Haagse wordt gevierd en is een eerste kennismaking met een veel groter project waarin de Indische cultuurgeschiedenis in Den Haag in kaart wordt gebracht: Sporen van Smaragd. De inhoudelijke leiding is in handen van kunsthistorisch projectbureau Kroon & Wagtberg Hansen en te volgen op hun blog.

Anita Vermeeren

Anita Vermeeren – schets voor fresco

Momenteel schrijf ik een tekst over kunstenares Anita Vermeeren (1967) voor een boekje dat verschijnt bij een solo-expositie van haar werk. Vermeeren maakt schilderijen, schetsen en pentekeningen met klassieke thema’s als portret, bloemstilleven en landschap. Alles met veel verf en vol kracht op het doek gezet. Kunst is voor Anita pure emotie en dat zien we terug in haar werk. Momenteel werkt Vermeeren aan een project waarin ze de oude fresco-techniek als uitgangspunt neemt voor een geheel eigen visie op de klassieke thema’s van Italiaanse meesters als Michelangelo. Ze ging daarvoor in de leer in het land van herkomst.

Nieuwsgierig geworden? Neem vast een kijkje op haar website en lees binnenkort meer op deze blog over tentoonstelling en publicatie.

www.anitavermeeren.nl 

Kleingrafiek van Peter Lazarov

Recentelijk maakte ik kennis met de prentkunst van Peter Lazarov (1958) dankzij een groot pleitbezorger van de Nederlandse kleingrafiek voor wie hij bovenstaand ex libris ontwierp. Dit boekmerk is afgeleid van een vrije prent uit 1986 met de titel Still life en beeldt de kamer van Ina Likomanova af, de moeder van de kunstenaar.

Lazarov is een Bulgaar die sinds 1990 door het leven gaat als Groninger. En die samensmelting van twee geheel verschillende culturen levert bijzondere prenten op, waarin echte Hollandse landschappen uit het Noorden vaak het decor zijn voor surrealistische gebeurtenissen die met veel kracht en expressiviteit neergezet worden. Men denkt aan het werk van Gustave Doré maar ook aan M.C. Escher. Lazarov is een vakman die moeiteloos verschillende druktechnieken combineert en daarnaast zijn eigen papier maakt. En hij verzorgt handgemaakte uitgaven in kleine oplage met zijn eigen Pepel-press.

Waar Lazarov slechts in kleine kring bekendheid geniet in ons land, betreedt hij de internationale paden met naam en faam. Hij werd in 2008 te China zelfs uitgeroepen tot één van de tien beste grafici ter wereld werkzaam op het gebied van kleingrafiek en ex libris. Het is dus de moeite waard om meer te weten te komen over deze graficus. En dat kan, want er verscheen vorig jaar een uitgebreid overzichtswerk: Pieter Jonker, De prentkunst van Peter Lazarov, Oosterwolde (Stichting Nobilis) 2011.

Naar de letter

Ben Joosten – Bronsgieters

De 81-jarige graficus Ben Joosten (1931) blaast de oude boekdruktechniek nieuw leven in. Loden letters en vormen uit de letterkast worden gerangschikt op een eigenzinnige manier en ingesmeerd met een dikke laag inkt. De pers gaat erover en er ontstaat een bijzonder aangenaam geheel waar je naar kunt blijven kijken. Deze typografische prenten worden momenteel geëxposeerd in Museum Het Valkhof te Nijmegen. De kunstenaar is blij dat zijn werk in het museale prentenkabinet zonder lijst gepresenteerd kan worden. Op die manier ontstaat er volgens hem een hele andere beleving van het beeld.

Inspiratie

De liefde voor het ambacht en het werken met grove materialen leerde Ben Joosten al in de bronsgieterij die hij met zijn broers had. In dit bedrijf kwam een groot deel van de Nederlandse beeldhouwkunst in de jaren zestig tot stand.  Na een vervroegd pensioen ging Joosten zich toeleggen op de grafiek. Hij is hierin geïnspireerd door het werk van avant-gardist Hendrik Nicolaas Werkman (1882-1945), de drukker van de Groningse kunstenaarsgroep De Ploeg. Zie bijvoorbeeld diens eigen geschreven en gedrukte periodiek The Next Call dat Werkman van 1923 tot 1926 uitgaf voor een kleine kring vrienden en kunstenaars. Daarnaast zijn duidelijke invloeden van Dada en De Stijl te zien. Vergelijk het typografische werk dat Theo van Doesburg en Kurt Schwitters maakten. Joosten zet die traditie op zijn eigen manier voort.

Expositie

De expositie Ben Joosten – Naar de Letter – Prenten in Boekdruk is nog tot en met 28 mei te zien in Het Valkhof. Via Vimeo kun je het filmportret dat documentairemaker Hanne van der Woude maakte over de graficus bekijken.

Populaire prenten uit het fin de siècle

Hermann-Paul, 'De kleine schrijfmachines' uit 'L'Album des peintres-graveurs', uitgegeven door Ambroise Vollard, 1896. Kleurenlithografie, 57,3 x 42,9 / 30,5 x 22,2 cm. Collectie Van Gogh Museum Amsterdam

Op dit moment is in het Van Gogh Museum de tentoonstelling Schoonheid in Veelvoud te zien waarin de hoogtepunten uit de prentencollectie op een rijtje gezet worden. Ik bezocht de expositie en schreef er een stukje over op Rond1900.nl. Lees hier.

Grenzeloos

Esther Aarts

Dat ‘illustratief’ het tegengestelde zou moeten zijn van ‘autonoom’ gaat vandaag de dag niet meer op. Dat zien we op dit moment in Stedelijk Museum Kampen bij de tentoonstelling Grenzeloos. Hedendaagse Nederlandse Illustratie. Een inspirerende selectie illustratiemateriaal van nu is ontdaan van zijn context en wordt als kunst gepresenteerd. Curator Hanneke Nabers, zelf ook illustratrice, heeft er bewust voor gekozen de ontstaansgeschiedenis van de objecten weg te laten. De toeschouwer weet dus niet of iets in opdracht is gemaakt of volgens een eigen idee. Hierdoor leidt niets af van het object zelf en hoe kunstig dat vaak gemaakt is. Het zet je aan het denken over het illustratievak en in hoeverre dat veranderd is in de afgelopen honderd jaar.

Prof. dr. Saskia de Bodt (Bijzonder Hoogleraar Illustratie, UvA) stelt dit probleem ook aan de orde in haar boek Van Poe tot Pooh. Illustreren om je penselen te kunnen betalen? (D’Jonge Hond 2010, p. 12). “Literaire teksten worden al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw niet of nauwelijks geïllustreerd, terwijl illustratoren een eeuw eerder vaak beroemder waren dan de schrijvers wier romans zij van beeldend commentaar voorzagen.” De illustrator van nu maakt ofwel kinderboeken, of werkt commercieel, of illustreert onafhankelijk van tekst volgens een aangereikt of zelfbedacht idee. De illustratoren die hun werk tonen in het Stedelijk Museum Kampen behoren tot de laatste categorie en raken daarbij in belangrijke mate de grens van het beeldend kunstenaarsvak.

Bij het werk van deze acht deelnemende illustratoren viel mijn oog op het werk van Esther Aarts en haar gezellig ‘ouderwetse’ tekeningen met een sterk Fiep Westendorp-karakter. Amerika schijnt zelfs fan van haar te zijn. Ik ging naar huis met een gelimiteerd exemplaar van Raoul Deleo’s boekje that. damn. day. met voor iedere dag één zelf verzonnen persoon met een eigen levensverhaal dat vaak geestig en hartverscheurend tegelijk is. Het totaal is ook in de expositie opgesteld. Maar ook de ruimtelijke tekeningen van Sigrid Spier en Merijn Hos maken indruk en geven de illustratie een geheel nieuwe dimensie. De tentoonstelling is verfrissend en kleurrijk met een smaakvolle presentatie. Een echte aanrader!

Ook een bezoekje aan deze tentoonstelling brengen? Dat kan nog tot en met 10 juni. Ga hier naar de website van het museum.

Illustratie inspiratie

Dick Bruna - Nijntje

Welkom nieuw project! De komende tijd zal ik me verdiepen in de historie van de Nederlandse boekillustratie. Vanaf 1900 tot nu. Een project van Bijzonder Hoogleraar Illustratie Saskia de Bodt (UvA) in samenwerking met o.a. Museum Meermanno. We werken aan een grote tentoonstelling met uitgebreide publicatie en meer moois.

Een kijkje in de hedendaagse illustratiekeuken kan vast genomen worden in het Stedelijk Museum Kampen waar nu de tentoonstelling ‘Grenzeloos’ te zien is of in het Stedelijk Museum Zutphen bij een dubbeltentoonstelling over ‘Peter van Straaten en Jo Spier’.

Afscheid van Piet, Theo en Nelly

Theo en Nelly van Doesburg in het atelier van Piet Mondriaan, 1921. Collectie RKD, Archief Theo en Nelly van Doesburg

Na bijna drie jaar neem ik deze week afscheid als projectmedewerker De Stijl-archieven en collecties bij het RKD. Één van mijn laatste klussen daar was het invoeren van zo’n 3000 foto’s uit het archief van Theo en Nelly van Doesburg in RKDImages, waarvan bovenstaande een prachtig voorbeeld is. Afgelopen week heb ik bovendien samen met collega Wietse Coppes een vitrinetentoonstelling ingericht over het adresboek van Piet Mondriaan. De unieke adrespagina’s uit Mondriaans persoonlijke archief (de laatste aanwinst van het RKD) worden gecombineerd met portretfoto’s van de vele grote namen wiens adres hij noteerde. Een aanrader!

Vanaf volgende week starten mijn werkzaamheden voor Museum Meermanno en prof. dr. Saskia de Bodt t.b.v. een project over Nederlandse boekillustratoren 1900-nu. Binnenkort meer hierover.

Zilver

Ontwerp voor een zilverservies, mogelijk door Carel Begeer in ca. 1910. Archief N.V. Koninklijke Van Kempen & Begeer en voorgangers, collectie RKD Den Haag.

Het is een verzamelgebied apart en behoeft een speciale expertise: de wereld van het zilver. De omvangrijke klus waarmee mijn RKD-collega Irene Meyjes al enkele jaren bezig is, biedt een belangrijke toegang voor onderzoekers op dit vlak. Zij is bezig met de ontsluiting van de archieven van Nederlands trots op zilvergebied: het archief van N.V. Koninklijke Van Kempen & Begeer en voorgangers en van zijn ontwerpers A. Bonebakker & Zoon, Frans Zwollo senior en Frans Zwollo junior. Het gaat om zo’n honderd strekkende meters archivalia waaronder ruim 20.000 van die prachtige ontwerptekeningen zoals bovenstaande. Het zijn ontwerpen die een kijkje geven in nagenoeg alle terreinen op zilver- en juwelengebied: van handgemaakt tot industrieel vervaardigd gebruikszilver (unica en serieproducten), van (koninklijke) juwelen en gelegenheidspronkstukken tot souvenirs.

Meer over dit bijzondere project en hoe u hieraan een steentje kunt bijdragen op de RKD-website.

Roland Holst-jaar

Richard Roland Holst, schetsontwerp voor portret gebrand glas, 1916. Litho op papier, 39,9 x 26 cm. Collectie Gemeentemuseum Den Haag

Zaterdag gaat het Roland Holst-jaar officieel van start in het Van GoghHuis Zundert. Een jaar lang zal alles in het teken staan van het bijzondere echtpaar Richard en Henriette Roland Holst en hun buitenverblijf nabij Zundert ‘De Buissche Heide’. Bij de tentoonstelling verschijnt een dik boekwerk geschreven door Elsbeth Etty, Carin Hereijgers, Lia Voermans, Lieske Tibbe en mijzelf.

De afgelopen twee jaar schreef ik ruim zestig teksten over de meest interessante gasten die de Buissche Heide bezochten. Van Johan Huizinga tot Charley Toorop en van F.M. Wibaut tot H.P. Berlage. Hun namen staan vermeld in het gastenboek dat de Roland Holsts bijhielden en dat de basis van mijn onderzoek vormde. Ik stelde me telkens de vraag: Wat was de relatie van deze bezoekers met het echtpaar Roland Holst? Wie waren zij zelf en is er nog informatie bekend over hun bezoek aan Zundert? Talloze citaten uit (onderlinge) correspondentie dienden als belangrijkste bron daarbij en zijn opgenomen in het boek. Daarnaast maakte ik een schema met daarin de namen van alle gasten en hun verblijfdata: dat zijn er zo’n tweehonderd in totaal. Het gehele onderzoek biedt aan de hand van het netwerk van de Roland Holsts een boeiend kijkje in het culturele, politieke en literaire leven van de eerste helft van de twintigste eeuw.

Meer informatie over tentoonstelling, publicatie en het Roland Holst-jaar vindt u hier. En hier meer over het landgoed ‘De Buissche Heide’ dat onder beheer van Natuurmonumenten valt.