RKD-collega Jan de Lange transcribeerde, annoteerde en onderzocht jarenlang in de kamer naast mij de correspondentie tussen kunstenaar Jan Mankes en zijn mecenas Pauwels. Werk om jaloers op te zijn! Gisteren werd zijn onderzoek gepresenteerd in de vorm van een prachtige RKDbronnenuitgave. Een schat van informatie voor onderzoekers van deze interessante periode 1910-1920.
Jan Mankes (1889-1920) was een bevlogen kunstenaar met een levendige, intense aandacht voor de natuur. Zijn brieven aan Aloysius Pauwels, een Haags sigarenfabrikant die hem als beginnend kunstenaar steunde, staan er vol van. Mankes’ belevenissen en waarnemingen op het Friese platteland, in de Knijpe bij Heerenveen, en later in Den Haag en Eerbeek, zijn nauwgezet te volgen. Mankes vond zijn inspiratie in zijn directe omgeving: stillevens in de ouderlijke woning, pluimvee, konijntjes, muisjes en roofvogels in het Oranjewoud. Zowel het tedere als het fiere en sterke van die natuur trok zijn aandacht: ‘alles één idylle’.
Het RKD beheert de belangrijkste kern van Mankes’ schriftelijke nalatenschap, waaronder zijn persoonlijke correspondentie aan zijn vriendin en latere echtgenote Annie Mankes-Zernike. Er bleef in Nederland geen andere omvangrijke kunstenaarscorrespondentie uit die jaren van dit niveau bewaard. De brieven documenteren een periode waarin nieuwe en meer moderne kunstopvattingen doorbreken en waarop ook Jan Mankes reageerde. Het betreft bovendien een tijdspanne waarin, mede door de omstandigheden van de Eerste Wereldoorlog, in Nederland in kunstverenigingen en in de kunsthandel nieuwe initiatieven tot ontwikkeling kwamen. In deze uitzonderlijke brievenuitgave is te lezen hoe Jan Mankes, die reeds op 30-jarige leeftijd aan tuberculose overleed, zijn kunstenaarsblik en werkwijze vormde.
Jan de Lange, Jan Mankes, een kunstenaarsleven in brieven 1910-1920, ‘Ik probeerde mooie dingen te maken in allen eenvoud’, Zwolle (Waanders)/Den Haag (RKD) 2013.