Sint & Gust

Sint en gust coll rkd

Speciaal voor alle liefhebbers van Sint en Gust van de Wall Perné deze prachtige illustratie die Van de Wall Perné voor het Sinterklaasfeest maakte, collectie RKD – Nederlands instituut voor kunstgeschiedenis, Den Haag.

De verbeelders

9789460041877_de-verbeelders_2

De verbeelders. Nederlandse boekillustratie in de twintigste eeuw door Saskia de Bodt e.a. is het eerste overzichtswerk over meer dan een eeuw boekillustratie in Nederland. Een heel scala aan mooie en intrigerende beelden passeert de revue, getekend en bedacht door vaklieden die vaak een heel andere carrière hadden dan de illustratoren van nu.

Het boek begint met kunstenaars als Theo van Hoytema, Antoon Derkinderen en Henriëtte Willebeek le Mair, die rond 1900 met hun esthetische illustraties bijdroegen aan een betere wereld. Na de Eerste Wereldoorlog werd deze lijn doorgezet door Rie Cramer, Nellie Bodenheim en de vergeten Alfred Listal. Minder bekend is dat moderne schrijvers en schilders als Johan Fabricius en Jan Sluijters prachtige illustraties hebben gemaakt. Zelfs M.C. Escher heeft in zijn beginjaren een klein aantal boeken geïllustreerd. Hoewel velen van hen, zoals Hendrik Werkman, niet als boekillustrator de geschiedenis ingingen, hebben
ze, vooral in het interbellum, een aantal artistiek verfrissende beelden gemaakt. Niet in de laatste plaats ook in boeken voor volwassenen, met modernistische en soms erotische illustraties.
De professionalisering van het vak zette na de Tweede Wereldoorlog door met Jenny Dalenoord, Max Velthuijs, Fiep Westendorp, Dick Bruna en later ook Thé Tjong-Khing. Zij zetten de toon voor de generatie illustratoren die nu nog voor kinderen werkt.
Met medewerking van: Jeroen Kapelle, Annemiek Overbeek, Annemiek Rens, Bregje Hofstede, Jacques Dane, Theo Gielen, Jozefien de Leest en Willem van der Meiden.
Release: 16 oktober 2014
Bestellen kan alvast via deze link

Door de bomen het bos zien

arbosG
Wouter van Reek, screenshot uit de animatie bij Arbos

Daar zit je dan, op een zondagavond, in een synagoge in het Bossche met uitzicht op de binnendieze, kijkend én luisterend naar het mooie en verrassende wat cultuur te bieden heeft. Een rietkwintet en een kunstenaar. Calefax en Wouter van Reek. Samen op zoek naar ‘de vloeibare grens tussen natuurlijk en mechanisch’ in de voorstelling ‘Door de bomen het bos’ die gisteren van start ging in de Toonzaal te Den Bosch. 

Wouter van Reek, kunstenaar, animator, illustrator (ik kende hem van het kinderboek Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan, Gemeentemuseum Den Haag) blijkt ook begaafd computerprogrammeur te zijn. Hij maakte een eigen tekenprogramma voor deze voorstelling! Op de prachtige klanken van Calefax (zij speelden o.a. Arbos van Arvo Pärt en Walden van Hans Abrahamsen) tekent Van Reek grotendeels live de meest wonderlijke figuren, structuren, lijnen. Het programmaboekje omschrijft zo mooi: ‘Bomen blijken gestolde algoritmes, computerchips worden doornstruiken en bladnerven zijn misschien toch datastructuren of bioluminiscente robots of…’. Illustratie krijgt een nieuwe dimensie in deze voorstelling. Ga dat zien! Ze treden nog op in Amsterdam, Leiden, Rotterdam, Utrecht en Almelo.

Meer info: website Wouter van Reek (met bewegend voorproefje!) en Calefax (die me toch sterk in de verleiding brengen mijn eigen klarinetspel weer op te pakken).

Nieuwe aanwinst

VdWPPaketvaartmaatschappij
Gust van de Wall Perné, omslag voor: J.F. van Bemmelen en G.B. Hooyer, J.F. Niermeijer (herzien door), Reisgids voor Nederlandsch-Indië, Amsterdam (J.H. de Bussy) 1906.

Af en toe vind ik een boekband naar ontwerp van Gust van de Wall Perné die nog niet in mijn boekenkast staat. Bovenstaand pareltje is de nieuwste aanwinst! Een bijzonder exemplaar, omdat de meeste van Van de Wall Perné’s banden vormgegeven zijn in een decoratief lijnenpartroon, geheel in de stijl van de Nieuwe Kunst. Dit is daarentegen eerder een illustratie. Een variatie van deze tekening werd door Van de Wall Perné eveneens gebruikt in het Huldeblijkalbum voor het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik namens de ingezetenen van Banda, uit 1901, een van zijn eerste opdrachten voor J.H. de Bussy. •

 

Max Kisman: tekeningen als popliedjes

2011_0624_VK_Cultuur_17
Max Kisman, illustration for an essay on the future of Dutch arts and culture. De Volkskrant 2011.
Source: De Volkskrant/Betoog. 2011 [via Illustrationdaily.com]
‘Een tekening moet een goed begin en goed einde hebben. Daartussen kan alles. Mijn tekeningen zijn popliedjes. De kleur is het refrein…’ aldus een tweet die ontwerper/typograaf/illustrator Max Kisman deze week de wereld in stuurde. Ik hoorde hem vorig jaar spreken op de Illustratie Biënnale en zie zijn werk regelmatig voorbij komen op het mooie (volgenswaardige!) platform Illustration Daily.

Kisman is van mening dat je terug moet gaan naar de essentie van tekst en beeld. Zijn tekeningen stralen dan ook een soort ‘oergevoel’ uit. Ze zijn helder, dynamisch (soms zelfs swingend) met een boodschap zo klaar als een klontje. ‘Tekens’ worden ze ook wel genoemd, zijn beelden, en dat is een goede vergelijking. Zijn silhouetten zijn direct herkenbaar als ‘Kismaniaans’.

Meer weten over deze man die al 35 jaar met succes mooie dingen maakt? Er verscheen laatst een uitgebreid interview met hem in het blad DZONE. Of kijk eens op de website van Max Kisman en zijn Kismanstudio.•

 

Barbara Stok & Vincent

vicent_stok_zonnebloemen
Tekening uit: Barbara Stok, Vincent, Amsterdam 2012.

Dit weekend las ik Barbara Stok’s stripboek Vincent. Stok’s verhaal van Vincent begint op het station in Parijs, waar hij afscheid neemt van Theo om zijn schildersgeluk te gaan beproeven in Arles, en eindigt met een drietal openspread’s waarin we Vincent langzaam en al schilderend één zien worden met zijn bekende korenveld met kraaien. Tussen dat alles in volgen we Van Gogh tijdens alle episodes uit zijn bewogen leven in Arles, de kliniek in Saint-Remy en Auvers-sur-Oise. Stok weet dit verhaal weer te geven in heldere lijnen en met sfeerbeelden in de kleuren van Van Goghs schilderijen. Haar teksten zijn bijzonder treffend in hun eenvoud en slaan de spijker op z’n kop. Een kennismaking voor iedereen die Vincent nog niet kende, maar ook voor iedereen die hem al wel kent.

Zaterdag 16 maart gaan we met zo’n honderd(!) mensen uit Van Goghs geboortedorp Zundert naar de tentoonstelling Vincent is Back die ik samenstelde voor Kröller Müller Museum. Veel van deze mensen werken nu ook keihard aan een reconstructie van de tuin uit Vincents jeugd achter het Van GoghHuis, ik kijk uit naar het resultaat dat op 30 maart gepresenteerd wordt. Tot zaterdag!

Website Barbara Stok

Meer illustratie inspiratie

Sinds een jaar verdiep ik me in de geschiedenis van de Nederlandse boekillustratie, maar ook de hedendaagse illustratiewereld biedt volop inspiratie. Niet alleen de gevestigde namen, maar juist de jonge illustratoren. Zo leerde ik het werk van Agnes Loonstra kennen, die een toepasselijke en dynamische illustratie voor de VNK maakte bij het artikel ‘Stoelendans der Museumdirecteuren’ in het vorige bulletin.

Een veelzijdig illustratrice, die Agnes, want zij is eveneens afgestudeerd aan het conservatorium in de richting ‘zang’ en wil in haar werk paralellen leggen tussen beide disciplines. Dat doet ze onder andere door live projecties en animaties. En hoewel ze nog volop bezig is met haar studie aan de academie in Den Bosch, hebben de passagiers van de KLM de afgelopen zomer hun broodjes gegeten uit een door haar ontworpen verpakking, en worden haar illustraties met regelmaat gepubliceerd op o.a. het digitale platform Lucy, en verschenen ze in De Pers en in Het Parool.

In een van haar huidige projecten ‘Juf, mag ik kunst maken?’ maakte ze elke week een illustratie bij een quote van kinderen uit een basisschool-klas, zoals ‘Een slak is altijd thuis toch?’. En voor de academie maakte ze een serie over Catharina II de Grote waarbij ze de eenzaamheid van deze ‘grande dame’, ten midden van haar grote paleis, kunstcollectie en roerige liefdesleven in beeld brengt. De illustraties gaan over verlatenheid en vluchtige ontmoetingen.

Leuk om eens op haar website te kijken! www.agnesloonstra.nl

Joost Swarte

Joost Swarte – De toekomst van Piet Mondriaan – 1984

Het is al bekend gemaakt: zaterdag aanstaande ontvangt Joost Swarte de Marten Toonderprijs 2012 voor zijn gehele oeuvre. De uitreiking vindt plaats tijdens de KunstStripBeurs die dit jaar in Breda gehouden wordt. Deze alleskunner op illustratie-gebied mag regelmatig zijn werk laten zien in tijdschriften als The New Yorker, is architect van de Toneelschuur in Haarlem (waar ik hem hoorde spreken tijdens de Illustratie Biennale afgelopen juni), ontwierp zijn eigen bril en wat allemaal nog wel niet meer. Ik stofte een oud nummer van Kunstschrift af om dat nog eens te bekijken; april/mei 2009 werd namelijk speciaal aan Swarte opgedragen. Tijdens een college Kunst en Illustratie aan de UvA waarbij ik assisteer, kwam de onvermijdelijke vraag op: wanneer is iets strip en wanneer illustratie? Vaak is die grens heel diffuus, ook bij illustratie en andere disciplines (zoals kunst). In het geval van Joost Swarte is die scheiding zeker niet te maken. Hij werkt discipline-overschrijdend als illustrator, striptekenaar, kunstenaar, architect en vormgever tegelijk. En dat is erg verfrissend. Ik feliciteer Swarte alvast van harte met zijn terecht gewonnen prijs!

N.B. Bij dit stukje vond ik een geweldig leuke tekening van Joost Swarte met Piet Mondriaan in de hoofdrol. Hij maakte een soortgelijke van van Le Corbusier en Lombroso: zie hier.

Website Joost Swarte

Grenzeloos

Esther Aarts

Dat ‘illustratief’ het tegengestelde zou moeten zijn van ‘autonoom’ gaat vandaag de dag niet meer op. Dat zien we op dit moment in Stedelijk Museum Kampen bij de tentoonstelling Grenzeloos. Hedendaagse Nederlandse Illustratie. Een inspirerende selectie illustratiemateriaal van nu is ontdaan van zijn context en wordt als kunst gepresenteerd. Curator Hanneke Nabers, zelf ook illustratrice, heeft er bewust voor gekozen de ontstaansgeschiedenis van de objecten weg te laten. De toeschouwer weet dus niet of iets in opdracht is gemaakt of volgens een eigen idee. Hierdoor leidt niets af van het object zelf en hoe kunstig dat vaak gemaakt is. Het zet je aan het denken over het illustratievak en in hoeverre dat veranderd is in de afgelopen honderd jaar.

Prof. dr. Saskia de Bodt (Bijzonder Hoogleraar Illustratie, UvA) stelt dit probleem ook aan de orde in haar boek Van Poe tot Pooh. Illustreren om je penselen te kunnen betalen? (D’Jonge Hond 2010, p. 12). “Literaire teksten worden al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw niet of nauwelijks geïllustreerd, terwijl illustratoren een eeuw eerder vaak beroemder waren dan de schrijvers wier romans zij van beeldend commentaar voorzagen.” De illustrator van nu maakt ofwel kinderboeken, of werkt commercieel, of illustreert onafhankelijk van tekst volgens een aangereikt of zelfbedacht idee. De illustratoren die hun werk tonen in het Stedelijk Museum Kampen behoren tot de laatste categorie en raken daarbij in belangrijke mate de grens van het beeldend kunstenaarsvak.

Bij het werk van deze acht deelnemende illustratoren viel mijn oog op het werk van Esther Aarts en haar gezellig ‘ouderwetse’ tekeningen met een sterk Fiep Westendorp-karakter. Amerika schijnt zelfs fan van haar te zijn. Ik ging naar huis met een gelimiteerd exemplaar van Raoul Deleo’s boekje that. damn. day. met voor iedere dag één zelf verzonnen persoon met een eigen levensverhaal dat vaak geestig en hartverscheurend tegelijk is. Het totaal is ook in de expositie opgesteld. Maar ook de ruimtelijke tekeningen van Sigrid Spier en Merijn Hos maken indruk en geven de illustratie een geheel nieuwe dimensie. De tentoonstelling is verfrissend en kleurrijk met een smaakvolle presentatie. Een echte aanrader!

Ook een bezoekje aan deze tentoonstelling brengen? Dat kan nog tot en met 10 juni. Ga hier naar de website van het museum.

Illustratie inspiratie

Dick Bruna - Nijntje

Welkom nieuw project! De komende tijd zal ik me verdiepen in de historie van de Nederlandse boekillustratie. Vanaf 1900 tot nu. Een project van Bijzonder Hoogleraar Illustratie Saskia de Bodt (UvA) in samenwerking met o.a. Museum Meermanno. We werken aan een grote tentoonstelling met uitgebreide publicatie en meer moois.

Een kijkje in de hedendaagse illustratiekeuken kan vast genomen worden in het Stedelijk Museum Kampen waar nu de tentoonstelling ‘Grenzeloos’ te zien is of in het Stedelijk Museum Zutphen bij een dubbeltentoonstelling over ‘Peter van Straaten en Jo Spier’.

De huiskamer van Dirkje Kuik

Laatst bezocht ik een bijzonder huiskamermuseum in de Utrechtse binnenstad: Museum Dirkje Kuik. Kuik (1929-2008) was schrijfster, dichteres, illustratrice en graficus, een veelzijdige dame. Ze werd geboren als William Diedrich Kuik maar ging vanaf 1979 als vrouw door het leven. Haar leven lang woonde ze in Utrecht waarvan bijna de gehele periode in het huis aan de Oude Kamp dat nu als museum is ingericht. Ze exposeerde bij grafisch gezelschap De Luis, bij genootschap Kunstliefde en won verscheidene prijzen met haar literaire werk. In Museum Dirkje Kuik treedt je even binnen in haar wereld: een unieke ervaring.

Meer informatie op: www.dirkjekuik.com

Het portret op bovenstaande foto werd geschilderd door Erika Visser in 1979.

Bart van der Leck & Hans Christian Andersen

Bart van der Leck in: H.C. Andersen, Het Vlas, Amsterdam (De Spieghel) 1942, p. 9.
Er is geen twijfel over mogelijk wie de vormgever is van bovenstaand sprookje. Kunstenaar Bart van der Leck (1876-1958) voorzag Het vlas van Hans Christian Andersen in 1941 van een geheel eigen stijl. Tekst en beeld vormen één artistiek geheel in gestileerde geometrische vormen en primaire kleuren, die meteen doen denken aan het werk van de kunstenaars van De Stijl (door Van der Leck overigens in 1918 al verlaten). Het boekje verscheen in 1942 bij De Spieghel als onderdeel van een reeks met minder bekende verhalen van Andersen die daarnaast geïllustreerd werden door Charley Toorop (Grethe het kippenvrouwtje), John Raedecker (Waldemar Dae en zijn dochters), Cornelis Veth (De schaduw) en Dirk Nijland (Het oude huis).
De genummerde oplage van Het vlas bestond uit 550 exemplaren, waarvan er 500 voor de handel bestemd waren. Deze eerste druk is zeldzaam, maar gelukkig is er een herdruk uit 1975 door Bert Bakker, ter gelegenheid van het 100ste sterfjaar van Andersen. Een exemplaar van de laatste siert tegenwoordig onze boekenkast. De voorstudies van Van der Leck voor Het vlas bevinden zich in de collectie van het Kröller-Müller Museum in Otterlo en ik kijk ernaar uit deze bijzondere ontwerpen eens in het echt te mogen aanschouwen.
Meer informatie:
Saskia de Bodt, Jeroen Kapelle e.a., Prentenboeken, Ideologie en Illustratie 1890-1950, Amsterdam-Gent (Ludion) 2003.
Saskia de Bodt, Getekend, Hans Christian Andersen. Zijn geïllustreerde sprookjes in de Lage Landen, Warnsveld (Terra Lannoo) 2005.
Meer werk op papier van Bart van der Leck:

Schedels en Speelgoed in het werk van Raoul Hynckes

Raoul Hynckes, illustratie bij het versje 'De Merel' in: Margot Vos, Meiregen, een bundel kinderverzen, Amsterdam 1925.
Bij het werk van Raoul Hynckes (1893-1973) denkt men over het algemeen aan schedels, kadavers en donkere stillevens in aardetinten, allen uitgevoerd met de technische perfectie van een oude meester. Zijn vanitas-stillevens lijken de onheilspellende sfeer van het interbellum uit te ademen, maar zijn ook uitingen van de obsessie die de schilder had met dood en verval.
Maar Hynckes was een veelzijdig kunstenaar. Vooral in zijn grafische werk zien we veel kleur en strakke lijnen. Hynckes maakte voor zijn neefjes en nichtjes een fantastische houten boerderij en tekeningen van speelgoeddieren. En hij illustreerde bijvoorbeeld het boekje Meiregen, een bundel kinderverzen, waarvan bovenstaande afbeelding een voorbeeld is.
Het werk van Raoul Hynckes wordt vanaf vandaag getoond in ‘Ruimte voor Realiteit’;de vaste collectiepresentatie van het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem (MMKA). Tezamen met werk van andere realisten als Charley Toorop, Wim Schuhmacher, Jan Mankes, Marlene Dumas en Klaas Gubbels. Op grote wandvullende depotrekken verspreid over twee verdiepingen worden daar meer dan honderd werken in chronologische volgorde van 1900 tot nu getoond.
Ik schreef teksten voor de tentoonstelling en de bijbehorende publicatie (nog te verschijnen). Neem voor meer informatie een kijkje op de website.

Waterkindertjes

“Soms kwam hij op een stille, diepe plek, en daar zag hij de waterbosschen.” (pag. 72)

 

Gust van de Wall Perné ontwerpt in 1905 de omslag en illustraties voor De waterkindertjes, sprookje voor een landkind: een Nederlandse bewerking door Martha van Eeden- van Vloten van het populaire Engelse kinderboek van Charles Kingsley. Van de Wall Perné’s tekeningen van de onderwaterwereld tonen zijn grote liefde voor de geheimen van de natuur en zijn een mooi voorbeeld van zijn illustratiekunst.

The Waterbabies verschijnt aanvankelijk als serie in Macmillan’s Magazine (1862-1863) en is zó geliefd dat het al snel in boekvorm wordt uitgegeven. Tot in de jaren twintig van de twintigste eeuw behoort het zelfs tot de meest gangbare kinderliteratuur in Engeland.Het verhaal van De waterkindertjes kenmerkt zich door de didactische moraal die centraal staat. Het landkind Tom wordt voor zijn wandaden gestraft en verandert in een waterkind. Door allerlei opdrachten te vervullen moet hij bewijzen zijn les geleerd te hebben alvorens hij zijn menselijke vorm weer terugkrijgt en verenigd kan worden met zijn upperclass-vriendinnetje Ellie. Kingsley vestigt in zijn boek de aandacht op het probleem van de grootschalige kinderarbeid van zijn tijd (de hoofdpersoon is een jong schoorsteenvegertje) maar tegelijkertijd speelt ook het thema van de Christelijke verlossing een grote rol. Daarnaast is in het verhaal indirect de invloed van de destijds nieuwe evolutietheorie van Charles Darwin zichtbaar. Kingsley’s bestseller is een kinderboek dat de heersende discussies en problematiek van zijn tijd weerspiegelt. Door de vele Victoriaanse vooroordelen in het boek over Joden, zwarten, Amerikanen en Katholieken, raakt het boek echter in de loop van de twintigste eeuw zijn succes kwijt. De afgelopen jaren is er in Engeland nieuwe aandacht voor het verhaal door een radioserie van de BBC in 1998 en een toneelstuk uit 2003.
Bronnen:
– Charles Kingsley (Nederlandse bewerking door M. van Eeden-van Vloten en met illustraties van Gust van de Wall Perné),De waterkindertjes, sprookje voor een landkind, Amsterdam 1905.
N.B.: Er is eveneens een uitgave met tekeningen van Bernardina Midderigh Bokhorst.

Het modernisme van Rie Cramer

Rie Cramer, illustratie in: Grijpt als ’t rijpt.

Marie (‘Rie’) Cramer (1887-1977) is één van Nederlands bekendste illustratrices en haar tekeningen in kinderboeken als Sprookjes van Moeder de Gans behoren tot het gezamenlijk beeldgeheugen van onze jeugdjaren. Al op negentienjarige leeftijd krijgt Cramer haar eerste illustratieopdracht van uitgever W. de Haan uit Utrecht en niet veel later volgen lessen van niemand minder dan Willem van Konijnenburg, Jan G. Veldheer en Theo van Hoytema. Ze verzorgt tijdens haar leven zo’n 120 boeken met illustraties en teksten en is het gezicht van het populaire kinderblad Zonneschijn. Haar boeken worden ook in het buitenland uitgegeven. Naast illustraties maakt Cramer ex libris, kinderbehang, keramiek, kostuums, modetekeningen voor tijdschrift De vrouw en haar Huis en schrijft ze toneelstukken en romans onder de pseudoniemen ‘Marc Holman’ en ‘Annie Smit’.Omstreeks 1915 brengt Rie Cramer haar zomers door in een woonwagen zonder wielen in Blaricum en maakt er deel uit van het artistieke milieu waar ook Piet Mondriaan en Jan Sluijters toe behoren. Ze schrijft erover in een aantal autobiografische schetsen met de titelFlitsen (1966). Tijdens de Tweede Wereldoorlog schrijft ze de poëziebundel Verzen van Verzet. Rie Cramer heeft relaties met kunstcriticus Albert Plasschaert, dichter-schrijver P. Otten en toneelspeler Eduard Verkade waarvan de laatste twee ook enige tijd haar echtgenoot zijn. De illustratrice kiest uiteindelijk voor haar vrijheid. Vele reizen naar het buitenland volgen (waarover ze schrijft in De Groene Amsterdammer) en ze woont lange tijd met vrienden in een huis op Mallorca.

De hierbij afgebeelde illustratie komt uit het boek Grijpt als ’t rijpt uit 1932 en is een voorbeeld van werk dat Rie Cramer maakt voor volwassenenliteratuur. De strakke lijnen en het scherpe contrast doen denken aan de Art Deco en laten de eerste stalenbuismeubelen van Metz & Co zien. Het boekje van kunsthistoricus Willem Vogelsang wordt uitgegeven door de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst en geeft advies hoe men zijn huis het best kan verfraaien. Er wordt een oproep gedaan juist niet met de mode mee te gaan, maar eerder antiek te kopen en je persoonlijke smaak te volgen. “Met inrichtingen kant en klaar uit de handel betrokken, komt Ge er niet” aldus professor Vogelsang. “Zelfs met kamers in den trant der moderne askese, waar het indirecte licht alleen blanke wanden en spichtige stalen meubelen beschijnt, is tenslotte niets persoonlijks te bereiken”. Cramers illustratie toont een modern echtpaar met de stoel Wassily, door Marcel Breuer ontworpen en in datzelfde jaar te koop bij Metz & Co.[1]
Het lijkt Rie Cramer echter om het even te zijn. In ieder geval lijkt deze prachtige tekening eerder reclame voor het moderne interieur dan een illustratie van Vogelsangs bedenkingen. Cramer is een vakvrouw en ontwerpt in deze periode net zo goed reclameplaten voor De Bijenkorf, dessins voor kinderbehang van de firma Rath & Doodeheefver en wandschilderingen voor winkels in Amsterdam als voor een boekje zoalsGrijpt als ‘t rijpt.
Noten:
 [1] Deze illustratie en de passages uit Grijpt als ’t rijpt worden beschreven in: De Bodt en Kapelle, p. 153.
In dit boek is eveneens een uitgebreide index op boektitel doorzoekbaar evenals een groot aantal biografieën van Nederlandse illustratoren.
Literatuur:
W. Vogelsang, Grijpt als ’t rijpt, Amsterdam (Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland) 1932.
Rie Cramer, Flitsen, ’s-Gravenhage 1966.
Saskia de Bodt, Jeroen Kapelle e.a., Prentenboeken, Ideologie en illustratie 1890-1950, Amsterdam/Gent (Ludion) 2003.

Gepubliceerd op: www.rond1900.nl [25 juni 2011]