
‘Men zou Drente, waar Jansen vele gegevens vindt om zich te uiten, evenals de Borinage, het zwarte land kunnen noemen. Het lacht niet en de schilder Jan Meine Jansen schroomde niet de melancholie, die hij er vond, uit te drukken in deze tragedieën van landschappen met eenzame of windscheeve boomen bij een moeras of veenplas, vennen en zandverstuivingen.’ Kasper Niehaus, De Telegraaf 28 januari 1939.
De Drentse natuur: leeg en vreedzaam of magisch en onheilspellend? Kunstenaar Jan Meine Jansen (1908-1994) laat je met andere ogen kijken naar het landschap van Drenthe. De Ruinerwoldse Aa, het gehucht Tweelo, de Reest bij Meppel, het Kamperzand en de vennen bij Norg: de natuur was altijd zijn belangrijkste inspiratiebron.
Eenzame en weinig begaanbare streken met moerassen en vennen, een grauwe natte lucht en kale, omgewaaide bomen. Meine Jansen voelt zich niet aangetrokken door een lieflijk en zonnig landschap, maar juist tot het onherbergzame en woeste Drentse land. Een leeg landschap waar de mens ontbreekt. Hij schildert bomen die tot leven lijken te komen. Grillige wortels die op de klauwen van een enorme vogel lijken, boomstronken met vreemde vergroeiingen en een gescheurde knotwilgen die doen denken aan gekwelde menselijk figuren.
Het Drents Museum ontving recent een bijzondere schenking landschappen van zijn nazaten waardoor nu een breed overzicht van het Drentse werk te zien is. Jan Meine Jansen – De Magie van het Drentse land is te zien vanaf dit weekend tot en met 23 augustus.